Welsh Corgi Pembroke
De Welsh Corgi Pembroke is een robuuste herdershond in een kleine verpakking. Zijn oorspronkelijke gebruiksdoel is het drijven van vee, in het specifiek runderen. Dit drijven deed hij d.m.v. het zogenoemde “Heelen”, het bijten in de hak van de koe. De Pembroke vind zijn oorsprong in Pembrokeshire, Wales, waar hij al sinds de 10e eeuw voorkomt.
De Welsh Corgi Pembroke is een relatief gezond ras en heeft een gemiddelde leeftijd van 13 tot 15 jaar. Enkele gezondheidsproblemen die voorkomen binnen het ras zijn Oogziektes, Heupdysplasie en Degeneratieve Myelopathie. Wij testen volgens de regels van de Nederlandse Welsh Corgi Club op de Ogen en Heupen.
De Pembroke is een leergierige, attente, trouwe en waakzame hond. De Pembroke is bereid om met zijn baas werken en vereist ook een consequente baas. Het is een karakter volle hond.
Dogs 101: Welsh Corgi Pembroke
Rasstandaard
Algeheel beeld:
Laag gesteld, sterk, stevig gebouwd, alert en actief, geeft de indruk van kracht en uithoudingsvermogen in een klein lichaam.
Belangrijke proporties:
De lengte van de snuit staat in verhouding met de schedel als 3 staat tot 5.
Algemene kenmerken:
Vrijmoedige uitdrukking, breid te werken. Vlot en vriendelijk, nooit zenuwachtig of agressief.
Hoofd:
Hoofd vosachtig in vorm en verschijning, met een alerte, intelligente uitdrukking.
Schedel:
Schedel tamelijk breed en vlak tussen de oren.
Stop:
Stop is matig.
Neus:
Neus zwart.
Snuit:
De snuit is iets spits.
Kaken/Gebit:
Sterke kaken met een compleet schaargebit, d.w.z. dat de boventanden vlak over de ondertanden heen sluiten en recht in de kaak geplaatst zijn.
Ogen:
Goed geplaatst, rond, middelmatig groot, bruin, passend bij de kleur van de vacht.
Oren:
Staand, middelmatig groot, licht gerond. Een lijn, getrokken van de punt van de neus door het oog, indien doorgetrokken, moet door, of vlak langs de punt van het oor lopen.
Hals:
Tamelijk lang.
Lichaam:
Middelmatig lang, niet gedrongen, van boven gezien geleidelijk versmallend.
Toplijn:
Rechte ruglijn.
Borst:
Borstkas breed en diep, goed diep tussen de voorbenen. Goed gewelfde ribben.
Staart:
Kort, bij voorkeur van nature.
Gecoupeerd: Kort
Ongecoupeerd: In een lijn voortvloeiend met de toplijn. Natuurlijk gedragen boven te toplijn in de gang of alert.
Voorhand:
Schouders goed geplaatst met een hoeking van 90 graden op de bovenarm.
Opperarm goed gerond om de borst.
Ellebogen dicht aangesloten tegen de zijden, noch los noch gebonden. Korte benen, zo recht mogelijk. Royaal bot, tot aan de voeten.
Voeten, ovaal, sterke tenen, goed gewelfd, en gesloten. De twee gecentreerde tenen, iets uitstekend, ten opzichte van de buitenste tenen. Voetzolen sterk en goed gewelfd. Nagels kort
Achterhand:
Sterk en lenig, goed gehoekt kniegewricht. Korte benen. Stevig bot tot aan de voeten.
Van achteren gezien zijn de hakken recht.
Voeten, ovaal, sterke tenen, goed gewelfd, en gesloten. De twee gecentreerde tenen, iets uitstekend, ten opzichte van de buitenste tenen. Voetzolen sterk en goed gewelfd. Nagels kort
Gangwerk:
Vrij en actief, noch los, noch gebonden. De voorbenen goed naar voren gebracht zonder teveel te worden opgetild en in harmonie met de voortstuwende beweging van de achterhand.
Beharing:
Van middelmatige lengte, recht met dichte ondervacht, niet zacht, golvend of draadharig.
Kleur:
Alle effen kleuren rood; sable; fawn; black and tan, met of zonder witte aftekening op benen, borst en hals. Iets wit aan het hoofd en voorsnuit is toegestaan.
Maten en gewicht:
Schofthoogte: bij benadering 25 – 30 cm.
Gewicht: reuen 10 – 12 kg.; teven 9 – 11 kg.
Fouten:
Iedere afwijking van hetgeen in de standaard wordt gesteld moet als een fout worden beschouwd en de wijze waarop de fout wordt aangerekend moet nauwkeurig worden afgemeten aan de mate waarin de fout aanwezig is en zijn effect op de gezondheid en welzijn van de hond en tot zijn vermogen tot het uitvoeren van het traditionele werk.
Diskwalificerende Fouten:
– Agressieve of schuwe honden
– Iedere hond die duidelijke lichamelijke of gedragsmatige abnormaliteiten vertoont dient te worden gediskwalificeerd.
N.B.
Reuen moeten twee kennelijk normale testikels hebben die volledig in het scrotum zijn ingedaald.
Alleen functionele en klinische gezonden honden, met rastypische exterieur, zouden voor de fokkerij gebruikt worden.